LES MILLS MUZIEK ONTHULD

Heb je je ooit afgevraagd hoe de muziek van het hoofd van de Program Director bij jouw afspeellijst uitkomt? We praten met Josh James en Kendall Farmer van het muziekteam om hierachter te komen.

SARAH SHORTT: Laten we bij het begin beginnen. Hoe gaat de muziek van het hoofd van de Program Director naar de Release?

JOSH: Zo’n 12 weken voor de opnames voorzien de Program Directors ons van hun wensenlijstje met nummers.

KENDALL: BODYPUMP heeft 12 nummers, maar aanvankelijk beginnen we met wel 40 nummers. Josh en ik lopen de lijst door en zoeken uit bij welk label ieder nummer hoort.

JOSH: Soms is het label lastig te vinden. Dan is er bijvoorbeeld een label dat de master beheert, maar we ook de toestemming van de featured artist nodig hebben.

KENDALL: Of er is een label dat het nummer in Noord-Amerika beheert en een ander label dat het nummer voor de rest van de wereld beheert, dus dan moeten we met ze allebei praten. We moeten wereldwijde rechten hebben, omdat onze Instructors uit alle uithoeken komen – ze moeten overal op dezelfde muziek kunnen lesgeven, of dat nu in Rusland, Zweden of Brazilië is.

JOSH: In die eerste batch zitten mogelijk een paar nummers die meteen als niet-licentieerbaar worden aangeduid, bijvoorbeeld omdat het om een uitgesloten artiest gaat – er zijn er een paar die we gewoon niet kunnen aanvragen – of om een andere reden, omdat we bijvoorbeeld al weten dat het nummer een sample bevat dat niet wordt vrijgegeven en we dus geen akkoord van het label zullen krijgen.

KENDALL: Het gaat bijvoorbeeld om een “bootleg” remix – iets dat je op YouTube of SoundCloud kunt vinden en gratis kunt downloaden, maar je nergens officieel kunt vinden, omdat het geen “officieel nummer” is. En als het geen “officieel nummer” is kun je geen licentie krijgen, dat is niet legaal.

JOSH: En in zeldzame gevallen zijn er artiesten die niet bereid of niet in staat zijn ons de rechten te geven om de release te verspreiden. Aangezien we het via de Releases App verspreiden moeten we het kunnen streamen, hebben we een offline modus of een download modus nodig…

Bij het verkrijgen van licenties voor muziek zitten er altijd twee rechten op een nummer – je hebt de master recording, dus dat is wat je op de radio of op Spotify hoort…

KENDALL: Dat is de artiest die het nummer daadwerkelijk zingt – dus P!nk’s stem en de muziek – dat is de zogenaamde master of sound recording.

JOSH: Iemand van Sony heeft betaald om P!nk een opnamestudio in te brengen en die muziek te maken, dus zij zijn eigenaar van die master recording. Daaronder ligt de onderliggende compositie, dus de songteksten, de bladmuziek, melodie en alles wat bij het schrijven van het nummer komt kijken. Dat is de uitgave kant

Daar moeten we ook de rechten voor verkrijgen. We moeten groen licht krijgen voor zowel de uitgave als de master.

KENDALL: Josh houdt zich bezig met de grote maatschappijen.

JOSH: We hebben relaties met Sony, Warner en Universal.

We vragen tracks in partijen aan, labels geven ons feedback over die partijen – sommige tracks zijn een nee, sommige een ja, sommige hebben meewerkende artiesten die hun akkoord moeten geven. We koppelen deze informatie terug aan de Program Directors en afhankelijk van de nummers die ze wel of niet krijgen voegen ze meer nummers toe. We gebruiken een cyclus van drie partijen om vast te stellen voor welke nummers we toestemming zullen krijgen voor gebruik.

KENDALL: En dan werken we nog met een aantal onafhankelijke labels samen, op een vergelijkbare manier als met de grote labels. We sturen ze dus ieder kwartaal twee of drie mails met een lijst met nummers en zij laten me dan weten of ik ze kan gebruiken en dan zijn ze klaar en gaan we weer verder.

We hebben vorig jaar ongeveer 295 labels benaderd. Een deel hiervan heeft een contactpersoon die voor verschillende labels werkt. Dat is ideaal, want dan weet je dat je voor best wel wat nummers naar één persoon kunt gaan, maar dat is helaas niet altijd het geval.

Veel van deze labels liggen tussen enorme onafhankelijke labels zoals BMG, die artiesten als Fat Boy Slim vertegenwoordigen, en “ik maak de muziek op mijn slaapkamer en ik vertegenwoordig mezelf” en dat is dan de persoon die ik mail. Dus het is best cool als je met de artiest zelf contact opneemt, omdat ze altijd enthousiast zijn vanwege het feit dat hun muziek wordt gehoord en altijd blij zijn met wat extra geld. Het is mijn taak om al deze labels individueel te benaderen en ik benader vaak mensen waar ik nog nooit eerder mee heb gesproken, omdat het nieuwe labels zijn, nieuwe muziek.. er is nu veel meer muziek beschikbaar in het tijdperk van het streamen.

Soms moet ik helemaal uitleggen wie we zijn en wat dit vreemde groepsfitness precies is, hoe we de choreografie op de muziek maken en we die en die rechten nodig hebben… wat we precies nodig hebben is best ingewikkeld.

Ik moet over ieder individueel nummer met deze labels onderhandelen en dit gaat meestal heel goed en zijn ze best enthousiast om met ons samen te werken. Sommige labels zijn wat lastiger en sommige zijn ZO onafhankelijk dat je met niemand contact krijgt gelegd. We doen ons best!

Soms duurt het maanden en maanden om een contract voor een enkel nummer af te sluiten. Dit kan wel negen maanden duren. Indie labels hebben doorgaans tijdelijke krachten, dus je bereidt een hoop voor met iemand, komt met elkaar overeen, alles gaat heel soepel… en dan stuur je een week later een mailtje en krijg je een automatisch antwoord dat hij/zij niet langer werkzaam is en in een busje door Europa tourt. Dan ben je weer terug bij af. In de meeste gevallen werk je gewoon door.

We hadden een K-pop nummer voor SH’BAM – het label valt nu onder Universal, maar toen het nummer voor het eerst in de westerse hitlijsten kwam, probeerde ik contact te leggen met dit bedrijf in Korea en kwam ik niet door hun e-mail fitler, omdat ze een enorm bedrijf zijn dat miljarden mailtjes ontvangt van K-pop superfans. Ik realiseerde me dat ik ze moest gaan bellen, dus eerst mailde ik iedereen van het Les Mills kantoor om te zien of iemand Koreaans sprak en belde toen het kantoor in Korea. Via de speaker en google translate probeerde ik erachter te komen wat ze zeiden en op welke toets ik moest drukken om bij de juiste afdeling uit te komen. Na vier keer te hebben gebeld kwam ik er eindelijk achter dat ze zeiden dat ik buiten kantooruren belde (lol), dus we waren super blij dat ze uiteindelijk onder Universal vielen, omdat ik ze anders nooit zou hebben kunnen bereiken. We zullen nooit opgeven – ik bel gewoon met Korea als het moet!

Wat is het verschil tussen een cover en een LMO (Les Mills Original)?

KENDALL: Een LMO is een muziekstuk of nummer waar wij de opdracht voor geven, waar wij alle zeggenschapsrechten over hebben en we dus de eigenaar zijn van de geluidsopname en de uitgave. Dat betekent dat we het in marketing materialen en op social media kunnen gebruiken… we zijn eigenaar van alle rechten en kunnen met dat stuk muziek dus doen wat we willen. We werken met muziek producers om het nummer te creëren.

JOSH: Bij een cover creëren we een nieuwe geluidsopname van een bestaand nummer – een aangepaste versie. Les Mills is de eigenaar van de geluidsopname, maar we moeten nog steeds de rechten verkrijgen en royalties betalen aan de mensen die het nummer hebben geschreven (de uitgave kant).

Waarom zou je voor een LMO kiezen?

JOSH: Soms kiezen zij ons. We geven niet altijd de opdracht voor LMO’s. sommige artiesten komen naar ons met muziek en als er een programma of project is dat daarbij aansluit treffen we voorbereidingen om het nummer te kopen en dan wordt het een LMO.

In andere gevallen worden nummers die voor marketingcampagnes zijn besteld door de Program Directors gehoord en vragen zij of het mogelijk is om een langere versie te laten maken omdat ze het een vet nummer vinden en het in een les willen gebruiken.

KENDALL: Soms kiezen we voor een LMO vanwege de structuur van de workout. De Program Director wil mogelijk een track voor een Tabata om vervolgens countdowns aan toe te voegen, of ze willen een specifieke dynamiek, en soms is het eenvoudiger om voor die beweging iets te laten maken.

Als we een nummer in een hoop programma’s gebruiken, betaal je dan maar één keer?

KENDALL: We betalen voor ieder gebruik, dus we betalen voor het gebruiken van een nummer in CXWORX en als we het ook in BODYPUMP willen gebruiken, betalen we voor dat programma nogmaals.

JOSH: We moeten inderdaad twee keer betalen en dat vinden we echt irritant – dan gaan we terug naar een label en zeggen we: weet je nog dat we dit nummer gebruikten? We willen het nog een keer gebruiken.. en zij zien de kassa weer rinkelen. Het is dan meteen lastig om het voor dezelfde prijs als de eerste keer te krijgen, want in de muziek krijg je geen korting voor bulkaankopen… het is meer waarschijnlijk dat ze je wat meer willen laten betalen omdat je het blijkbaar heel graag wil.

Krijg je ooit goedkeuring voor het ene programma en een afwijzing voor een ander?

KENDALL: Een paar artiesten van grote labels hebben restricties. Met Knife Party mogen we bijvoorbeeld één nummer, één programma, één kwartaal gebruiken.

Sommige labels hebben een limiet van het aantal tracks in de compilatie – dus we kunnen alleen een nummer in de release opnemen als er bijvoorbeeld 13 of minder nummers in de hele les zitten… en als het er meer zijn kunnen we voor die compilatie geen nummer van dat label gebruiken.

JOSH: Het hangt sterk af van het label en we houden een uitgebreide lijst van beperkingen bij, zodat we de Program Directors meteen kunnen laten weten of ze een nummer wel of niet kunnen gebruiken en wat ze er wel en niet mee kunnen als ze het gaan gebruiken.

KENDALL: Er was een nummer in BODYPUMP – Company van Baauer – dat nummer was al drie rondes aangevraagd, maar we konden het niet gebruiken omdat het een sample bevat dat niet werd vrijgegeven. Achter de schermen had het label eraan gewerkt en meldde ons dat het ze gelukt was en we het konden gebruiken… het kostte bijna een jaar om dat nummer in BODYPUMP te krijgen.

Soms blijven de nummers ook niet meer hip, waardoor de Program Director ze mogelijk niet langer wil gebruiken wanneer we ze eindelijk kunnen gebruiken. Een voorbeeld hiervan is een jaar geleden met Tiësto in BODYJAM. Iedereen wilde het gebruiken en we hebben er tot de dag van de opnames hard aan gewerkt… maar uiteindelijk zeiden ze sorry, maar we krijgen het niet geregeld.

Drie weken later kwamen de mailtjes binnen dat we het nummer konden gebruiken, dat het licht op groen stond, maar de opnames waren al geweest. Gandalf had al iets anders gevonden.

JOSH: Dat is best frustrerend voor de Program Directors, omdat er geen logica achter zit, geen patroon.

KENDALL: Het is lastig wanneer je je pijlen op een bepaald nummer hebt gericht. Soms ligt het aan de mensen van het label waar je mee werkt, het type persoon.

Welke programma’s maken gebruik van covers?

JOSH: Ik kan geen programma bedenken dat geen cover heeft gebruikt, ofwel een cover van ons of van een andere artiest waar we de licentie voor hebben gekregen.

De energie van sommige programma’s zoals BODYATTACK vereisen een hoger BPM. Lisa (Osborne) heeft dan bijvoorbeeld een nummer dat ze graag wil gebruiken, maar dat niet snel genoeg is. Ze kiest er dan voor om een cover te gebruiken en werkt dan met onze producers samen om het juiste BPM profiel te ontwerpen die bij de choreografie past.

Het vinden van muziek is lastig! De Program Directors doen het geweldig. Sommigen maken liever geen gebruik van covers, omdat ze simpelweg niet bij hun programma passen, terwijl anderen een bepaald nummer nodig hebben als onderdeel van een block en dat de andere nummers niet goed passen als dit nummer ontbreekt… een cover is dan de beste optie.

Waarom zijn onze releases niet goedkoper geworden sinds we digitaal zijn gegaan?

JOSH: Er kleven nog steeds een hoop kosten aan digitale distributie. Het ontwikkelen en onderhouden van een app met meer dan 100.000 bezoekers is een aanzienlijke investering.

KENDALL: Er zijn kosten gerelateerd aan alle data die door de app wordt gestreamd, dus iedere keer dat iemand de release bekijkt, betalen wij ervoor. Iedere keer als iemand ernaar luistert, betalen wij ervoor. We betalen om de content beschikbaar te hebben zodat zij er toegang tot hebben, we betalen voor de onderdelen in de app. Mix and Match is een goed voorbeeld hiervan en iedereen die in web- of app ontwikkeling heeft gewerkt, weet dat software ontwikkeling duur is.

Je betaalt ook voor de hele release – de muziek is hier een onderdeel van, maar hier zit ook de education video’s in, de choreography notes en de video productie. Nu we de app hebben kunnen we extra waarde toevoegen die je met de CD en DVD nooit gehad zou hebben. We zouden nooit in staat zijn geweest om gratis meditaties of Tribe Talk aan te bieden, of de education sessions die bij jou passen, en we zouden deze sessies ook niet onmiddellijk aan je kunnen geven.

De app bevat dus een hoop functionaliteiten die we eerder nooit hadden. In het verleden moesten Instructors op ons wachten tot we de fysieke kits op de markt brachen. Nu wordt er een hoop werk achter de schermen verricht en dan drukken we op een knop en staat het klaar.

Wat houdt je ‘s nachts wakker?

JOSH: Als Chance the Rapper een Instructor is, zou hij dan contact met ons kunnen opnemen? Ik hoor heel graag van je…

KENDALL: Het is frustrerend wanneer je dat eerste contact of die eerste goedkeuring krijgt en daarna niets meer hoort en je denkt, ok, waarom vind je me niet leuk, wat is er gebeurd? Soms krijg je goedkeuring en gaat het met volle vaart vooruit en dan zeggen ze opeens dat ze een deel van het nummer niet bezitten – dat gaat me in de maag zitten. We hebben dit tot nu toe altijd kunnen oplossen, maar dat is iets dat me ‘s nachts wakker houdt. Beantwoord gewoon mijn e-mails Chance the Tapper. Geef antwoord! Ik wil alleen de licentie voor “All Night”.