HET SUCCES VAN FALEN

In het tweede deel van ons tweedelige interview is Phillip Mills open over falen, veerkracht en wat hij van zijn fouten heeft geleerd.

SARAH SHORTT:
Jouw ouders hebben een originele Les Mills fitnessclub geopend in 1968. Hoe heeft het feit dat je omringd bent door fitness als kind invloed gehad op jouw carrière?

PHILLIP MILLS:
Fitness en sport zijn altijd een groot deel van mijn familie geweest. Nog voordat mijn ouders hun eerst Les Mills World of Fitness fitnessclub in 1968 openden, had mijn oudoom Norman al in 1920 sportscholen in Auckland.

Toen ik opgroeide stond ons huis altijd vol met dozen met fitness magazines en boeken en mijn vader deed aan zowel krachttraining als atletiek. De helft van mijn ouderlijk huis was de Auckland Krachttraining Federatie fitnessclub!

In eerste instantie was de fitnessclub slechts een hobby van mijn vader en moeder omdat ze graag mensen hielpen en hun passie voor gezondheid met hen deelden. Mijn vader was atletiekcoach van het nationale elftal en ze hadden voornamelijk atleten en coaches in dienst: track en veld atleten, bodybuilders, judoka.. mensen met een passie voor fitness.

Dit waren de mensen die de cultuur van deze organisatie hebben gecreëerd. Toen ik als tiener in de fitnessclub werkte, werd ik geïnspireerd. En onze gesprekken aan tafel gingen altijd over sport en fitness. Het is een rode draad in mijn leven geweest, het zit in mijn bloed en ik hou ervan. Het is wat mij de mogelijkheid heeft gegeven om 50 jaar in deze industrie te werken.

Laten we het hebben over falen. Wat was je eerste ervaring waarin je faalde?

De familie is altijd gepassioneerd geweest over atletiek en mijn zus en ik pakten die passie op. Het huis waarin we woonden was in Gray Lynn Park – lang geleden, toen het park het nummer één atletiekterrein van Nieuw-Zeeland was. Ik heb in mijn leven heel veel getraind en ik heb ongeveer tien keer op het punt gestaan om voor het Olympisch team te gaan. Ik ben daar nooit in geslaagd – wat voor mij als falen voelde. In 1976 ben ik een aantal keer gekwalificeerd voor mijn sport, maar ik woonde toentertijd in de Verenigde Staten en de Nieuw-Zeelandse mensen die de selectie maakten, vonden dat ik een Amerikaanse burger was – dat heeft mij uitgesloten.

Voor mij voelde dit als het einde van de wereld en ik ben echt een tijdje van slag geweest. Ik ben toen een jaar de muziek business ingegaan. Ik managede de rockband van mijn zwanger. Het was een opwindende tijd maar ook een ongezonde. Mijn beide zwagers zijn jong gestorven door de fysieke mishandeling waar ze hun lichaam aan blootstelden. Na een jaar van lange nachten in rokerige bars verdween de eerste opwinding… ik besefte me toen dat dit niet de manier is waarop ik wil leven.

Ik heb mijn passie voor fitness toen opnieuw gevonden en ging terug naar de fitnessclub. Maar ik wilde onze club spannender maken. De ervaring die ik had opgedaan met shows en werken met artiesten had me ideeën gegeven over hoe ik dat aan wilde pakken.

Philips Mills

Waar ging dat heen?

We hebben toen een aantal trainingen ontwikkeld op wat hardere muziek en lanceerden deze in de club in Auckland. We hebben toen ook een groepsfitness studio geopend – wat we tegenwoordig een boutique club zouden noemen – in het centrum van Auckland. We huurden acteurs en atleten in en betaalden ze 1 dollar per deelnemer – dit was veel geld toendertijd. De lessen liepen al gauw goed en we ontwikkelden ons begin jaren 80 tot een keten in Nieuw-Zeeland. Andere clubs in Nieuw-Zeeland konden ook een licentie afnemen en we leiden hun instructeurs op en er werd lesgegeven bij scholen, buurthuizen etc.

Toen hebben Jackie en ik de lessen in Australië geïntroduceerd en hebben we een showcase studio in Bondi geopend. Maar de aerobics industrie was inmiddels goed ingeburgerd en het was moeilijk om het financieel te bolwerken. We werden desondanks toch genoemd door de grootste krant van Sydney als beste club van de stad.

Uiteindelijk hadden we 300 instructeurs die lessen in buurthuizen en sportscholen rondom Australië gaven en we kochten een van de populairste sportscholen van Sydney – The Club in het centrum van Sydney – en openden een groot multi sportcomplex met Australische partners in Newcastle. We hadden daar een semi-succesvolle organisatie, maar we hadden al het geld dat we in Nieuw-Zeeland hadden verdiend geïnvesteerd en uiteindelijk moesten we de drie Australische club toch verkopen.

Na drie intensieve jaren kwamen we terug naar Nieuw-Zeeland en had ik behoefte aan een break van de fitness industrie. Jackie ging Geneeskunde studeren en ik deed een jaar een MBA voordat ik door mijn ouders werd gevraagd om voor het management van de Nieuw-Zeelandse fitnessclubketen. Mijn ouders hadden besloten om met de keten de beurs op te gaan.

Mijn ouders hebben in september 1987 de naamloze vennootschap verkocht – een maand voordat de wereldwijde aandelenmarkt instortte. Het ging goed met ze en ze besloten de politiek in te gaan – mijn vader diende drie termijnen als burgemeester van Auckland. Maar ik besloot het bedrijf terug te kopen van de liquidators – een beslissing die inhield dat ik enorme bedragen moest lenen.

Nieuw-Zeeland kwam in 1993 pas echt uit de recessie en de vastgoedwaarden daalden met de helft of meer. Voor mij persoonlijk was die periode van 1988 tot 1993 heel zwaar. Ik had een enorme schuld. We hadden jonge kinderen en Jackie werkte toentertijd 100 uur per week in het ziekenhuis.

Was dat de tijd dat BODYPUMP gelanceerd werd?

Klopt, in die tijd creëerden we BODYPUMP! Dit was al beroemd in onze woonkamer.

Uiteindelijk hebben we de schuld afbetaald en is de keten opnieuw succesvol geworden. In 1995 gingen we terug naar Australië en gingen we samenwerken met Bill Robertson (Australische Nationale zwemcoach en fitnessclubeigenaar). In 1996 startten de lessen internationaal.

Maar sindsdien zijn er in de loop jaren veel ups en downs geweest. Ik heb drie keer gefaald in de voedingsindustrie – je zou zeggen dat ik na de eerste keer heb geleerd om mijn handen niet nog een keer te branden!

We hebben andere mislukkingen gekend… in de jaren 90 creëerden we een succesvol personal training systeem, waar we wel 100 PT’s bij onze grootste club hadden. Na het succes van onze lessen in het buitenland probeerden we ook dat wereldwijd te lanceren, dit lukte niet.

Hoe kijk je nu naar de programma’s?

Het zijn meestal de lessen die ik regelmatig doe waar ik het meest irritant over ben voor Jackie en het team. Ik doe zelf graag BODYBALANCE en de fietslessen dus daar geef ik continu onnodige feedback over. Ik vind THE TRIP persoonlijk echt fantastisch – ik ben er helemaal verslaafd aan.

Ik vind dat de Creative Directors en Program Directors alle programma’s naar een geweldig niveau hebben gebracht… en wat de Filming afdeling daarmee doet is echt inspirerend!

Dat was iets wat ik nooit had verwacht. In het eerste deel van dit interview had ik het over instructeurs met verschillende skills en dit was een van de redenen waarom we ons realiseerden dat we veel verschillende presenters nodig hadden in de Masterclass – we moeten uiteenlopende vaardigheden laten zien, anders voldoen we niet aan de wensen van de mensen die andere skills hebben dan onze Program Directors.

Ongeveer 20 jaar geleden begonnen we presenters van over de hele wereld binnen te halen en geleidelijk steeds meer bronnen in te zetten bij het filmen. We hebben onderzoek gedaan en daaruit bleek dat instructeurs de video gemiddeld vijf keer kijken als ze de choreografie leren. Je neemt veel in je onderbewustzijn op als je de video vijf keer bekijkt; het is een ongelooflijk krachtig leermiddel en hoe beter de filming, hoe beter de instructeurs hun les kunnen geven.

Deze fantastische video content is ook gemaakt voor Virtual, ik geloof dat dit de live lessen laat groeien tot iets enorms in de komende jaren. Ik realiseer me dat sommige clubs live lessen nu vervangen door virtuele lessen, maar dat is een vergissing waarvan ik denk dat dat snel voorbij zal gaan.

Virtual is geweldig voor de daluren en we hebben duidelijk bewijs dat het de live-deelname vergroot door als een gateway te fungeren. Virtuele lessen bouwen geen relaties met leden op, zoals echte instructeurs doen.

Philip Mills

Waar komen jouw veerkracht en drive vandaan?

Ik heb veel geleerd van mijn ouders.

Mijn moeder was een sterke, gepassioneerde Ierse vrouw die zeer competitief was – op 42-jarige leeftijd won ze het nationale kampioenschap 400 meter en ze liep de Commonwealth Games met een gebroken onderbeen. Ze had zoveel pijnstillers in haar onderbeen dat ze het niet kon voelen. Ze zou nooit hebben overwogen het op te geven!

De vader van mijn vader stierf toen hij 10 jaar oud was, wat hem heel zelfstandig en sterk maakte. Ik kom uit een generatie waar veel van onze vaders te druk voor ons waren, ze baande zich een weg uit depressie en oorlogsjaren. Mannen van mijn generatie werden vaak gedreven om zich te bewijzen tegenover hun vader, dat was ook zeker een van mijn motivaties in de beginjaren van mijn carrière.​

Hoe krabbel je terug van een tegenslag?

Ik heb een oplossingsgerichte, analytische mentaliteit. Ik heb mijn bachelor diploma in filosofie en economie – dus ik heb de afgelopen jaren veel nagedacht over hoe je een bedrijf beter kunt runnen, hoe je succesvolle fitnessclubs kunt runnen en hoe je dingen kunt ontwikkelen die werken. Veel daarvan is ontstaan uit noodzaak, dit wil zeggen hoe kan ik in moeilijke tijden ervoor zorgen dat ik niet failliet ga?

Ik heb heel veel liefde voor wat we doen en ik ben heel competitief. Ik heb de neiging om niet terug te deinzen door mijn fouten. Er is altijd een stukje geluk natuurlijk. Geboren worden middenin de fitnessindustrie in een tijd waarin het de grootste sport van de wereld werd.

Meer Tribe Talk